Een levenstestament : neem iemand voor de toekomst in vertrouwen
Wie wordt de beheerder van de bankrekening? Hoe wil je ermee omgaan als je zelf niet meer kunt beslissen om je woning te verkopen? Je kunt dan iemand aanwijzen om je belangen te behartigen in wie je het volste vertrouwen hebt. Zo worden de zaken volgens je eigen wensen geregeld.
Wat je kunt regelen in een levenstestament:
Gevolmachtigde(n) benoemen
In een basis levenstestament kun je een of meerdere gevolmachtigde(n) aanwijzen. Deze gevolmachtigde gaat je taken overnemen op het gebied van financiën. Hij gaat bijvoorbeeld je bankrekeningen beheren. Daarnaast kan hij ook medische beslissingen nemen. Hij kan bijvoorbeeld overleggen met een arts over je medische toestand. Als je meerdere gevolmachtigden benoemt, zijn zij gezamenlijk bevoegd om namens jou te handelen. Voor bankzaken (zoals internetbankieren) zijn zij afhankelijk van elkaar bevoegd om namens jou te handelen. De bank kan namelijk niet controleren wie er achter de computer zit om geld over te schrijven. De bank kan niet zien of dat door één of twee gevolmachtigden wordt gedaan. Als zij bijvoorbeeld je huis willen verkopen, moeten ze dat samen doen. Hier kan de notaris controleren of de gevolmachtigden dit samen doen.
Algemene volmacht
Met de algemene volmacht kan de gevolmachtigde jouw financiële zaken regelen. De gevolmachtigde kan je bankrekeningen beheren, verzekeringen afsluiten, je aangifte inkomstenbelasting doen enzovoort.
Schenkbevoegdheid
In het levenstestament kun je bepalen dat de gevolmachtigde namens jou mag schenken. Wil je niet dat de gevolmachtigde schenkingen doet? Dat kan ook worden geregeld in het levenstestament.
Bevoegdheid tot verkoop eigen woning
Je kunt in het levenstestament vastleggen dat de gevolmachtigde uw woning mag verkopen als je dat zelf niet meer kunt.
Selbsteintritt
Voorbeeld:
- De volmachtgever is Piet
- Piet heeft twee kinderen; dochter Jet en zoon Jan
- Jet is de gevolmachtigde van Piet
Piet bepaalt in zijn volmacht dat de gevolmachtigde ieder jaar € 1.000,- aan de kinderen van Piet mag schenken. Dit betekent dat Jet aan haar broer Jan en aan zichzelf ieder jaar € 1.000,- mag schenken. Jet is namelijk de gevolmachtigde die de schenkingen mag doen namens Piet. In dit voorbeeld zie je dat de gevolmachtigde, Jet, dus schenkt aan zichzelf. Om te voorkomen dat hier verwarring over ontstaat, wordt de bevoegdheid tot ‘Selbsteintritt’ opgenomen. De ‘Selbsteintritt’ bepaalt dus dat Jet aan zichzelf mag schenken, omdat zij de dochter, maar ook de gevolmachtigde van Piet is.
Medische wilsverklaring
In een wilsverklaring zet je op papier welke medische behandelingen je wel of niet wil. Je kunt bijvoorbeeld opschrijven dat je geen reanimatie wil als je hart stil staat. Je kunt ook opschrijven welke situatie je uitzichtloos ondraaglijk lijdt en of je dan euthanasie wil. Het maakt niet uit of je je wensen typt of met de hand opschrijft.
Er zijn verschillende soorten wilsverklaringen. Als er in de wilsverklaring staat dat je een behandeling niet wil, moet de arts zich daaraan houden. Bijvoorbeeld als je niet wil dat de arts je reanimeert. Staat er in de wilsverklaring iets wat je wél wil, dan is de arts niet verplicht dit te doen. Als je bijvoorbeeld euthanasie wil, dan hoeft de arts dat niet te doen.
Het is belangrijk dat je met je arts praat over je wilsverklaring. De arts weet dan precies wat je wilt. En hij kan vertellen wat hij voor je kan doen.
Vertel je arts ook regelmatig, bijvoorbeeld jaarlijks dat je wilsverklaring nog steeds klopt en laat dit in jouw medisch dossier vastleggen. Jouw verklaring blijft altijd geldig. Heb je je wilsverklaring lang geleden geschreven? Dan kan een arts wel twijfelen of je wensen nog hetzelfde zijn.
Veranderen je wensen? Praat dan over de nieuwe wensen met je arts en je familie of vrienden en leg dit opnieuw vast.
Persoonlijke wensen (codicil)
Eventuele specifieke persoonlijke wensen kun je laten vastleggen bij de notaris, maar dit hoeft niet. Het gaat hier om persoonlijke wensen zoals de eventuele verzorging van huisdieren of de wens om in een bepaalde zorginstelling opgenomen te worden als je niet meer in je eigen huis kunt blijven wonen.